Lev Tolstoi: Oorlog en vrede
"Oorlog en
vrede" is in alle opzichten een kolossaal boek, het telt 1552 bladzijden
en bevat honderden karakters.
Het boek behandelt het wel en wee van vijf adellijke families:
1)
De familie Rostov, bestaande uit graaf Ilja en gravin Natalia en Vera hun oudste dochter,
Nikolaj hun oudste zoon, soldaat en één van de hoofdpersonen van het
boek, Natasja hun jongste dochter, één van de
andere hoofdpersonen en Petja hun jongste zoon. Daarbij komt nog Sonja,
een nichtje dat is opgenomen in de familie.
2) De familie Bezoechov,
bestaande uit de schatrijke graaf Kirill, die al in het begin van het boek komt te
overlijden en Pierre zijn buitenechtelijke zoon die zijn vermogen erft
en ook één van de hoofdpersonen.
3) De familie Bolkonski, bestaande uit vorst Nikolaj en zijn zoon Andrej, ook één hoofdpersoon en dochter Marja.
4) De familie Koeragin, met vorst Vasili en zijn vrouw, hun oudste zoon Hippolyte en jongste zoon Anatole en hun dochter Hélène.
5) De familie Droebetskoj met vorstin Anna Michajlovna en haar zoon Boris die een bijrol vervullen.
Behalve
deze personages komen er wel meer dan 500 bijfiguren in het boek voor
die al dan niet een belangrijke rol spelen. In het begin lijkt het
moeilijk om alle personages uit elkaar te houden, maar als je oplet op
de voornaamste 5 families en je een beetje aandachtig leest valt het erg
mee.
Het mooie van "Oorlog en vrede" is niet alleen dat het een
prachtig boek is, maar het is ook nog vertaald in het mooiste Nederlands
dat ik ooit ben tegengekomen. Tolstoj gebruikt in zijn boek veel Frans,
dat in de tekst onvertaald is gelaten en waarvan onderaan de bladzijden
de vertaling wordt gegeven. Frans werd veel gesproken in de adellijke
kringen waarin Tolstoj verkeerde.
Het eerste hoofdstuk van deel 1
begint met een soiree bij een hofdame in Petersburg in juli 1805. Hier
worden een aantal van de hoofdpersonen voorgesteld. Bij een feest bij de
familie Rostov in Moskou in augustus worden de overige hoofdpersonen
voorgesteld.
Hoofdstukken 2 en 3 gaan vooral over de oorlog en dan met name die tegen
Napoleon die de Russen in de slag bij Austerlitz verslaat.
Deel
2 gaat over de jaren tussen de slag bij Austerlitz en 1812. Voor mij
één van de hoogtepunten van het boek is de beschrijving van de
wolvenjacht op blz 636-646. Andere gebeurtenissen die beschreven worden
zijn een duel tussen Pierre en Dolochov, Nikolaj die een vermogen
verliest met kaarten, het eerste bal van Natasja, een huwelijksaanzoek
voor Sonja en Natasja.
In het tweede boek trekt Napoleon op naar
Moskou. Tolstoj beschrijft de oorlog vooral gezien door de ogen van de
gewone soldaten. Napoleon beschouwt hij niet als een geniale leider,
maar als een jongetje dat met een koordje in zijn hand in een koets zit
en denkt dat hij de koets bestuurt. Tolstoj heeft wel veel
bewondering voor de Russische opperbevelhebber Koezoetov die zijn tijd
neemt, zegt dat met geduld en tijd alle vijanden overwonnen kunnen
worden, en wiens voornaamste taken bestaan uit terugtrekken en het
weerhouden van zijn leger om het gevecht aan te gaan.
Het boek telt
twee epilogen. De eerste epiloog laat het leven van de hoofdpersonen
zien 7 jaar later en de tweede epiloog is een filosofische bespiegeling
over de aard van geschiedschrijving, voor mijn gevoel totaal overbodig.
Eigenlijk
zou iedereen die een serieus lezer van goede boeken is dit boek moeten
lezen. Er zijn 3 vertalingen van "Oorlog en vrede" in omloop. De oudste
is van René de Vries uit 1966, een goede vertaling, maar behoorlijk verouderd. Vlak voor deze vertaling
verscheen in 2005 een oerversie in de vertaling van Diewke Papma en Pieter
Zeeman . Met deze nieuwste vertaling van Marja Wiebes en Yolanda Bloemen
kunnen beide oudere versies bij het oud papier.
- De vorstin glimlachte, zoals mensen glimlachen die meer over een onderwerp denken te weten dan degenen met wie zij spreken.
- Maar zijn landgenoten marcheerden, schouder aan schouder, zodat de bajonetten tegen elkaar stootten, zonder onderbreking in een aaneengesloten massa over de brug. Vorst Nesvitski keek over de leuning naar beneden en zag de snelle, ruisende, kleine golfjes van de Enns, die samenvloeiden, opspatten en ombogen bij de pijlers van de brug, om dan weer achter elkaar voort te jagen. Daarna keek hij weer op de brug en zag net zulke eenvormige, levende golven van soldaten, pluimen, sjako's met snoeren en overtrekken, ransels, bajonetten, lange geweren en onder de sjako's gezichten met brede jukbeenderen, ingevallen wangen en een uitdrukking van onbezorgde vermoeidheid en benen die zich voortbewogen door de plakkerige modder dat de planken van de brug bedekte. Nu en dan dook tussen de eenvormige golven van soldaten als een vlok wit schuim in de golven van de Enns een officier op in een lange mantel en met een van de soldatengezichten afwijkende fysionomie; nu en dan werd met de golven infanteristen over de brug, als een spaander die meegevoerd wordt door een rivier, een te voet gaande huzaar, oppasser of burger meegenomen; soms ook dreef over de brug, als een stuk hout dat over een rivier voortdrijft, van alle kanten omgeven, een hoog bepakte en met leren dekzeil afgedekte officiers- of regimentswagen.
Reacties
Een reactie posten