Helene Hanff: Charing Cross Road 84

Helene Hanff: Charing Cross Road 84 (Verenigde Staten, 1970): 99 blz: Vertaald door Barbara van Kooten (1982): Uitgeverij de Harmonie
 
"Charing Cross Road 84" is het verhaal van de hartverwarmende briefwisseling tussen Helene Hanff, een in New York wonende Amerikaanse schrijfster en een aantal medewerkers van Marks & Co, een tweedehands boekwinkel op Charing Cross Road 84.
  De brieven zijn duidelijk geschreven met veel humor en liefde en naarmate de briefwisseling vord ert neemt de wederzijdse genegenheid toe.
  De briefwisseling begint in 1949 als Helene reageert op een advertentie van Marks & co en loopt door tot 1969 met de dood van Frank Doel, de voornaamste correspondent van Marks & Co.
  Helene spreekt regelmatig haar verlangen uit om de boekwinkel te bezoeken maar het is er nooit van gekomen. Ik heb dit boek minstens vijf keer gelezen (zowel in het Engels als in deze Nederlandse vertaling) en ik moet zeggen dat er weinig boeken zijn (zeker van deze geringe omvang) waar ik zo van geniet.
  Het boek is verfilmd met Anthony Hopkins als Frank Doel (***), maar de film bezit niet de magie die het boek heeft.
 Eigenlijk is dit boek verplichte kost voor iedere boekenliefhebber. Als onderstaande citaten je aanspreken, dan is dit waarschijnlijk een boek voor jou.
 
Citaten:
8 December 1949:
- Ik vind tweedehandse boeken juist zo heerlijk wanneer ze openvallen op de bladzij die de vorige eigenaar het meest heeft gelezen. Toen Hazlitt arriveerde viel hij open bij "Ik haat het om nieuwe boeken te lezen," en ik juichte "Makker!" tegen die grote onbekende die het vóór mij in zijn bezit had gehad.
 
10 April 1950:
- Ik heb toevallig alleen maar een nogal eigenaardige smaak wat boeken betreft, dit dankzij een Professor uit Cambridge die Quiller-Couch heette, bijgenaamd Q, waar ik tegenop liep in een bibliotheek toen ik 17 was. En ik zie er net zo knap uit als een bedelaar op Broadway. Ik woon in truien die door de motten zijn opgegeten en in wollen broeken, overdag gaat hier de verwarming uit.
 
25 September 1950:
- Waarom zou ik de hele weg naar 17th Street afrennen om vieze, slecht gefabriceerde boeken te kopen als ik schone, schitterend afgewerkte exemplaren van jullie kan krijgen zonder ook maar van mijn schrijfmachine op te staan?
 
2 November 1951:
- Hallo Razende Roel,
 Het duizelt me helemaal, Leigh Hunt en de Vulgate waren hier zo snel als de weerlicht. Je realiseert je het waarschijnlijk niet, maar het is pas twee jaar geleden dat ik ze besteld heb. Als je in dit tempo doorgaat bezorg je jezelf een hartaanval.
 
9 Februari 1952:
- Het is tegen mijn principes een boek te kopen wat ik niet gelezen heb, het is net zoiets als een jurk kopen die je niet gepast hebt, maar Walton's Lives is hier zelfs niet in een bibliotheek te krijgen. ...
 Maakt niks uit, Q heeft er genoeg uit geciteerd dus weet ik zeker dat ik het mooi zal vinden. Alles wat hij mooi vind vind ik ook mooi, behalve de fictie. Ik kan maar niet geïnteresseerd raken in dingen die niet echt gebeurd zijn met mensen die nooit bestaan hebben.

11 Mei 1952:
- ... alleen de houtsneden al zijn de prijs van het boek meer dan tienvoudig waard. Wat leven we toch in een rare wereld wanneer je zoiets moois voor je leven je eigendom kunt noemen - voor de prijs van een kaartje in een bioscoop op Broadway, of 1/50ste van een kroon op een kies. Nou als je boeken zouden kosten wat ze werkelijk waard waren zou ik ze niet kunnen betalen!

18 September 1952:
- Ik houd elk voorjaar grote schoonmaak onder mijn boeken en gooi degene die ik nooit meer lezen wil eruit, zoals ik kleren weggooi die ik nooit meer zal dragen.
 Iedereen is dan geshockeerd. Mijn vrienden gaan heel eigenaardig met hun boeken om. Ze lezen alle bestsellers, ze ploegen ze zo snel mogelijk door, ik denk dat ze over veel dingen heenlezen. En ze lezen NOOIT iets voor de tweede keer dus herinneren ze zich er een jaar later geen woord meer van. Maar ze raken diep geschokt als ze mij een boek in de vuilnisbak zien gooien of het weg zien geven. Zoals zij het zien koop je een boek, lees je het, zet je het op de plank, sla je het voor de rest van je leven niet meer open maar JE GOOIT HET NIET WEG! EN ZEKER NIET ALS HET GEBONDEN IS! Waarom niet? Ik vind persoonlijk niets heiligschennender dan een slecht boek of zelfs maar een middelmatig boek.
 
2 September 1955:
- Heb je De Toqueville's Journey to America? Iemand heeft de mijne geleend en hem nooit teruggegeven. Waarom vinden mensen die er niet over zouden denken iets te stelen het wel terecht om boeken te stelen?
 
8 Mei 1960:
- Heb ik je verteld dat ik eindelijk dè ideale paginasnijder heb gevonden? Het is een fruitmesje met parelmoeren handvat. Mijn moeder heeft me er een dozijn van nagelaten, er staat er een in de pennebak op mijn bureau. Misschien ga ik wel met de verkeerde mensen om, maar ik heb gewoon nooit twaalf gasten die allemaal tegelijk fruit eten.
 
Zaterdag (geen datum vermeld):
- Ik heb net een boek weggedaan dat iemand me gegeven had, het was de verhandeling van een of andere klungel over hoe het was om in de tijd van Oliver Cromwell te leven - alleen LEEFDE de klungel niet in de tijd van Oliver Cromwell dus hoe weet hij nou verdomme hoe dat was? Iedereen die wil weten hoe het was om in de tijd van Oliver Cromwell te leven kan op de sofa neerploffen met Milton op zijn buik en Walton op zijn rug, en ze zullen hem niet alleen vertellen hoe het was, ze zullen hem ermee naartoe nemen.
 

Reacties

Populaire posts van deze blog

De laatste keer

Ghibli

Opdracht